Mijn verkoudheid leek bijna een griep te gaan worden. Vanaf woensdagavond voelde ik me steeds beroerder. Weliswaar geen koorts maar alle andere symptomen waren overduidelijk aanwezig. Vooral het gevoel van lamlendigheid en vermoeidheid openbaarde zich overduidelijk. Op zondag leek het eindelijk wat beter te gaan en besloot ik toch maar mee naar boven te gaan om te skiën.
Het vastmaken van de skischoenen deed me wankelen en het zweet stond op mijn rug maar allez, daar gingen we dan. De blauwe helling naar beneden voelde als een zwarte en ik zweette me helemaal rot. Nee, het ging niet geweldig.
Nog een keer naar boven dan maar. Onderweg in de stoeltjeslift, een rit die zo'n 10 minuten duurt, had ik weer tijd om even bij te komen. Geoffrey wilde graag een bepaalde piste nemen en dus gingen we op weg. Onderweg kwamen we een groot touw tegen dat gespannen was van de ene naar de andere kant van de piste. FERMÉ. Gesloten dus.
Dat was vreemd want in de verte zagen we toch echt mensen op die betreffende piste skiën en ook de skilift die we onderaan die betreffende berg moeten nemen, zagen we gaan.
Niet gehinderd door enige vorm van terughoudendheid door ons avontuur van een week geleden, we konden hier immers zien dat de piste goed geprepareerd was, gingen we dan ook als échte Hollanders, onder het touw door, en vervolgden onze weg.
Na zo'n 500 meter skiën werden we geconfronteerd met de reden van het gesloten zijn...... Er was een slalomwedstrijd bezig óp de piste. De mensen die niet meededen maar die we toch hadden zien skiën waren uitstekende skiërs die tussen de bomen, off piste, de afdaling naar beneden maakten...Voor ons geen optie.
Dat was lekker dan. De moed zonk me letterlijk in de schoenen. Ik voelde me als een dweil, ben niet de dapperste op ski's en nu moest ik ook nog hoe dan ook van die berg af. Er was geen weg terug, we moesten onderaan die berg komen zodat we met de lift naar boven konden om naar een andere piste te skiën. Zo simpel was het. Nu nog de uitvoering.
René ging met Madison voorop, helemaal aan de zijkant van de piste. Geoffrey moest van René "bij mama blijven". Tjongejonge, ik voelde me een oud besje. Al gauw waren René en Madison nergens meer te bekennen. Ze gingen als de brandweer langs de piste naar beneden. Geoffrey stond steeds 50 meter verder op me te wachten en die heb ik op een gegeven moment gezegd dat hij kon gaan. Het arme kind hoefde niet op mij te wachten want ik was natuurlijk een drama. Hijgend en puffend, ik had niet veel adem door die rotverkoudheid, ging ik steeds een stukje lager. Als ik er nu nog aan terugdenk, dan krijg ik het nog benauwd. Wat een ellende. Het was vrij steil, allemaal bobbels en hobbels en vrij diepe sneeuw. Ik kon dus niet de gebruikelijke bochtjes draaien, daarvoor was geen ruimte. Roetsjen, de meest veilige manier om beneden te komen, was door die hobbels en bobbels ook nauwelijks mogelijk.
Steeds wachtte ik tot een deelnemer langs sjoefde om er vervolgens snel een paar meter achteraan te gaan (aan de zijkant uiteraard). Dan weer stoppen en wachten tot de volgende deelnemer langskwam. Afkeurende blikken van omstanders waren mijn deel. Eén omstander wilde net een foto maken van een deelnemer toen ik uiterst langzaam voor haar lens langs schuifelde . Haar geïrriteerd zuchten sprak boekdelen.
Op een gegeven moment zag ik de eindstreep. Tussen de mensenmenigte zag ik ook René en de kinderen al staan en zij zagen mij. Toen wist ik het niet meer. Het laatste deel was écht steil en eindigde in een mensenmassa (naast de finish) Ik durfde niet meer te skiën omdat ik bang was dat ik recht die mensenmassa in zou gaan.
Roetsjend én het gevoel dat iedereen naar me stond te kijken kwam ik naar beneden. 'Jemig mam, waarom bleef je zo lang stilstaan' vroeg Madison.
Ik was er hélemaal klaar mee. Met de lift naar boven, via een andere piste terug naar het dalstation en naar de auto. René en de kinderen bleven nog en die ben ik een paar uur later gaan ophalen.
Ik beloof plechtig dat als ik vanaf nu nóg een keer een gesloten piste aantref, ik er NOOIT meer toch opga. Hoe mooi en onschuldig het ook allemaal lijkt. Het blijkt maar weer dat hier in Frankrijk er niet voor niets een piste gesloten is.
Zomaar een theorie hoor maar ik denk dat wij zo 'makkelijk' zijn geworden door de autowegen in Nederland waar regelmatig signaalaanduidingen zijn dat de weg is afgesloten, terwijl dan blijkt dat er niets aan de hand is. Dat zorgt ervoor dat je het dus niet meer gelooft, als er weer wat afgesloten is.
Hier in Frankrijk is er in de skigebieden dan in ieder geval ook écht wat aan de hand.
Gelukkig voel ik me nu, na bijna 5 dagen, weer ietsje fitter. Alleen nog wat hoesten en neusverkouden maar meer niet. Dat komt goed uit want die afwasmachinereparateur heeft nog steeds niets van zich laten horen. Heb een ander gemaild. Eens kijken of het wat oplevert !